Identificatie
Er blijken nog heel wat oude, interessante fruitrassen voor te komen waarvan men zelfs niet eens meer wist dat die nog bestonden. Deze worden ons nog regelmatig ter identificatie aangeboden op door ons georganiseerde determineerdagen. Op deze bijeenkomsten krijgen de bezoekers de mogelijkheid om de voor hen onbekende appel-, of perenrassen te laten identificeren.
Gelegenheden waarop deze service wordt aangeboden worden onder andere door de stichting Landschapsbeheer Gelderland in samenwerking met ons en leden van de Fruitgroep Achterhoek op diverse locaties belegd.
Iets over de geschiedenis en identificatie van onze fruitrassen
en het historische, pomologische standaardwerk van Johann Hermann Knoop (1758)
Al uit het klassieke heldendicht van Homerus, de Odyssee, blijkt dat de oude Grieken al in de achtste eeuw voor Christus verschillende appel- en perensoorten onderscheidden. Veel verder dan ze noemen en slechts aan te duiden als ‘zoete’, of ‘zure’ en als ‘vroege’, of ‘late’, ging het destijds niet. De Romeinen verspreidden de gecultiveerde appels en peren, die zij weer hadden geërfd van de oude Grieken, over hun immense rijk. Een gebied dat zich uitstrekte over grote delen van Europa, tot in Engeland en onze streken. Hun geschiedschrijvers maakten al melding van een aantal door hen onderscheiden soorten. En, omdat appels en peren niet door zaaien, maar door enten vermeerderd en doorgegeven kunnen worden, zijn er onder onze oudst bekende rassen wellicht soorten die nog uit de grijze oudheid stammen.
Identificatie van herkenbare rassen
Interessant is dat de Romeinen voor het vermeerdering van hun bomen naar alle waarschijnlijkheid Griekse slaven inschakelden. Bekend is dat de oude Grieken de veredelingstechniek van het enten al beheersten. Plinius (23–79 na Chr.), een bekende Romeinse geschiedschrijver, beschreef in een van zijn vele boeken, Naturalis Historia, al ruim 30 appelrassen. Herkenbare rassen blijken hieronder echter niet aan te wijzen in ons hedendaagse assortiment van oude rassen. Vooral het gebrek aan afbeeldingen bij deze beschrijvingen vormt een belangrijke handicap om herkenbare rassen aan te kunnen duiden. Deze oudste beschrijvingen schijnen helaas nog te summier te zijn om herkenning van rassen mogelijk te maken. We zullen daarom nooit met zekerheid weten of er onder ons bestand van oude rassen ook rassen voorkomen die de Romeinen al hadden. Maar uitgesloten is het zeker niet.
Verordeningen
Evenmin is er al sprake van herkenbare rassen in de aanduidingen van onderscheiden soorten appels en peren in de door Karolingische vorsten (Karel de Grote) in de 9e eeuw voorgeschreven leefregels. Dergelijke door hen uitgevaardigde verordeningen en wetten waren gevat in de Capitularia. En wel meer specifiek in de voorschriften voor de tuinbouw, de Capitulare de villis. Zo onderscheidde men in die tijd bijvoorbeeld al appelbomen (pomarios) met namen als gozmaringa, geroldinga, crevedella en spirauce.
Zelfs in de 17e eeuw is er eigenlijk nog geen sprake van beschrijvingen waarmee men uit de voeten kan. Om van afbeeldingen nog maar te zwijgen. Hoewel we ook tegenwoordig nog wel een aantal van die genoemde namen in ons assortiment van oude rassen herkennen.
Den Nederlandschen herbarius ofte kruidboek
Zo vonden wij in een heel oud boek, getiteld Den Nederlandschen herbarius ofte kruidboek, daterend uit het einde van de 17e eeuw, het volgende lijstje. Paradijs-Appel, Kool-Appel, Aagt-Appel, Joopjes, Knoop-Steertjes, Scijverts, Seivelingen, Guldelingen, Goe-zoeten, Hondert-mark, Rabauwen, Bobbers, Pot-appels, Kannetjes-Appels, Wijn-Appels, Cipel-Appels, Ribbelingen. Verder dan de constatering dat alle aan steeltjes hangen en aan haar end een kruintjen hebben, sijnde het teiken, daar het bloemetjen aan geseten heeft, en dat in ’t midden het klok-huis, oftewel liever het zaad-huisjen is, gaat ook dat boek echter niet.
Tradescant’s Orchard
Wat afbeeldingen betreft: in Engeland bestaat een zeer oude, en waarschijnlijk al uit het begin van de 17e eeuw daterende collectie afbeeldingen van destijds daar(?) onderscheiden fruitsoorten. Helaas zijn daar, behalve een vermelding van verwachte tijd van rijpheid, ook geen beschrijvingen bij. We hebben het hier over de Tradescant’s Orchard, een collectie van 66 aquarellen, waarvan bekend is dat ze uiteindelijk in 1683 zijn gebundeld. De Tradescant’s Orchard collectie wordt bewaard in de Bodleia Bibliotheek, in het Engelse Oxford. Deze collectie bevat waarschijnlijk de oudst bekende afbeeldingen van in sommige gevallen al min of meer herkenbare appel- en perenrassen. Voor determineerdoeleinden heeft ook deze serie afbeeldingen echter nauwelijks betekenis.
Johann Hermann Knoop
Het was zonder enige twijfel pas na het verschijnen van het onvolprezen en ook nu nog unieke boekwerk Pomologie of Kennisse der Vrugten en bezonder van de Appels en Peeren, samengesteld door Johann Hermann Knoop, dat onbekende fruitrassen op naam konden worden gesteld. Pas met dit boekwerk, waarvan de eerste Nederlandse uitgave in 1758 verscheen, was het voor het eerst mogelijk om te determineren. De identificatie gebeurde aan de hand van vrij nauwkeurige beschrijvingen van relevante kenmerken, aangevuld met tamelijk goede, gekleurde illustraties.
Fruitkunde
Pas met het verschijnen van dit standaardwerk was de wetenschap van de pomologie geboren. Dit boek is in de pomologie (‘fruitkunde’) in Nederland en de ons omringende landen in West-Europa uitermate belangrijk. Zó belangrijk dat deskundigen op het gebied van historische fruitrassen het nog altijd raadplegen om oude appel- en perenrassen op naam te brengen.
Dubbelde Riet-Peer
Nog elk jaar vinden wij en anderen een aantal oude rassen terug die al door Knoop in zijn boek waren beschreven en afgebeeld. Zo ook de afgelopen paar jaar en wel met interessante perenrassen als ‘Dubbelde Riet-Peer’ (later Zomer-rietpeer genoemd), zoals Knoop die beschreef. Of met peertjes, met fascinerende namen als Rousseline, Hallemine Bonne, Rode Wangetje en Muscat Robert. Ook deze zijn aan de hand van Knoops naslagwerk teruggevonden.
Regelmatig gebeurt het ook dat plotseling een ras in ‘Knoop’ wordt herkend dat al jaren bekend was, zij het onder een andere, soms lokale naam, of in een recenter boekwerk beschreven onder een andere naam. Voorbeelden daarvan zijn de Somer Kroon-appel, of Cuisinot d’Eté, later beschreven als Couleur de Chair, die in Oost-Nederland beter bekend is onder de naam ‘Streepkesappel’.
De onschatbare waarde van dit Hollandse boekwerk is ook erkend in de ons omringende landen, waar veel van de door Knoop beschreven appel- en perenrassen ook voorkwamen. Een aantal daarvan kwam zelfs oorspronkelijk uit de ons omringende landen. Dat was hem natuurlijk ook bekend. Het zal om die reden zijn geweest dat hij al na enkele jaren ook een Duitstalige (1760, 1766) en Franstalige (1771) versie van dit standaardwerk heeft uitgegeven.
Voorrede van het Algemeen Huishoudelijk-, Natuur-, Zedenkundig-, en Konst-Woordenboek
Johann Hermann Knoop was hortulanus (tuinbaas) op het landgoed Mariënburg, bij Leeuwarden. Dat behoorde destijds toe aan Haare Doorl. Hoogheid Maria Louise, Princesse Douairiere van Oranje en Nassau, &c, &c. &c., (de Friese tak van de Oranjes). Hij was een man al te wel bekend door zijne werken over Natuurkunde en Mathemathische Wetenschappen, dan dat het zoude behoeven hem hier een Lauwerkrans te vlechten. Zoals we kunnen lezen in de Voorrede van het Algemeen Huishoudelijk-, Natuur-, Zedenkundig-, en Konst-Woordenboek (een soort encyclopedie), van Noel Chomel en J.A. de Chalmot (1778). De lijst van appelsoorten die hij in zijn bijdrage aan deze encyclopedie geeft, is zeer uitgebreid. In grote lijnen is het wel dezelfde als in zijn eigen pomologische standaardwerk.
Tamelijk wetenschappelijke beschrijving
Zijn overwegingen tot het samenstellen van een dergelijke voor die tijd unieke, al tamelijk wetenschappelijke beschrijving van fruitsoorten (rassen), is door hem zelf al op unieke wijze als volgt weergegeven:
Het is derhalve uit die Reden, dat ik zedert een reeks van meer als 25 Jaren myn werk gemaakt hebbe, inzonderheid in myne Tuin-Oeffeningen in de met heerlyke Vrugten &c. voorziene Tuin van Haare Doorlugtigste Hoogheid Mevrouw Marie Louise, Princesse Douairière van Oranje en Nassau, &c. &c., om alle zoorten van Appels en Peeren (behalve de overige Ooftvrugten) naukeurig te onderzoeken, de differente zoorten te leren kennen en te onderscheiden, elk zoort op zig zelfs te beschryven, en dus de verwerring, die daar grotelyks in voorvalt, te regte te brengen: Edog dit niet genoeg oordeelende tot de kennisse van elke Zoort, en de bewaaring daar van voor onze Na-neeven, zo heb goed gevonden, yder bezondere zoort van Appels ende Peeren naukeurig naar ‘t leven af te beelden, zoo als ze in dit Werk verschynen, tot dienst der Liefhebbers van Pomona.
Identificatie van fruitrassen
Het was dus voor het eerst dat de identiteit van een fruitras aan de hand van een beschrijving, aangevuld met iets zo waardevols als een gekleurde afbeelding, ondubbelzinnig kon worden vastgesteld. Hoewel de afbeeldingen vrij nauwkeurig zijn, is er echter nog geen sprake van afbeeldingen volgens de latere wetenschappelijke standaard.
Omdat kleurendruk nog niet bestond zijn alle uitgaves van deze boekwerken van Knoop voorzien van platen die met de hand ingekleurd zijn. Uitgaves verschillen daarom onderling nogal in kwaliteit van de kleurenplaten.
Over het leven van Knoop is helaas niet zoveel bekend. Zo is, behalve zijn geboortejaar, dat slechts door herleiding uit zijn eigen geschriften kon worden vastgesteld, niet met zekerheid bekend wanneer hij is overleden. Hoewel uit een ander geschrift over Knoop, van ene G.A. Pritzel, uit 1872, af te leiden zou zijn dat Knoop op 4 augustus 1769 in Amsterdam is overleden.
Uit zijn eigen Voorrede, in een uit 1768 daterende uitgave van Fructologia, – heeft men afgeleid dat hij 1766, het jaar waarin hij de inleiding voor die uitgave schreef, 60 jaar oud was. Zijn geboortejaar zou dan 1706 zou moeten zijn geweest, hoewel andere boeken als geboortejaar ook wel 1700 vermelden.
Fructologia en Dendrologia
Het boek Fructologia is een tweede botanische boekwerk van zijn hand, dat allerhande andere fruitsoorten behandelt. De eerste uitgave dateert overigens al uit 1763. Interessant is dat hij in de Voorrede van deze eerste uitgave van Fructologia nog niets over zijn leeftijd zegt.
Knoop zat kennelijk nooit stil, want ook in 1763 verscheen nog een deel, genaamd Dendrologia. Het was het derde deel van de serie waarin eerder Pomologia (1758), Fructologia (1763) waren verschenen. Van deze drie delen bestaan uitgaves die apart gebonden zijn. Er zijn echter ook uitgaves die in éen band, vaak van (kalfs-)leer, zijn ingebonden. Zelfs in 1790 is er nog een uitgave van zijn boeken geweest. Daarnaast had hij eerder ook nog een tuinbouwkundig boekwerk uitgegeven onder de titel De Beschouwende en Werkdadige Hovenier-konst.
Tenslotte verscheen van zijn hand in 1769 nog een vierde deel in deze serie van naslagwerken. Het is een beschrijving van de moes- en keukentuin. Dit werk schijnt heel zeldzaam te zijn en wordt kennelijk maar zelden gezien, en eigenlijk nooit bij deze set aangetroffen.
Handgekleurde platen
Het deel Pomologia bevat twintig met de hand ingekleurde platen, gemaakt aan de hand van kopergravures. Volgens hun signering zijn de eerste tien appel- en de eerste drie perenplaten gemaakt door J.C. Philips. De rest van de appel- en perenplaten is gegraveerd door J. Folkema. Pomologia bevat twaalf met de hand ingekleurde platen met afbeeldingen van appels en acht gekleurde platen met afbeeldingen van peren.
Op de pagina’s met appels zijn acht of negen rassen afgebeeld. In totaal zijn er van peren op de meeste pagina’s tien, op sommige twaalf en op andere dertien afgebeeld. Op de laatste pagina, met de grote peren, treffen we maar zeven peren aan. In totaal zijn er 82 peren afgebeeld.
De afbeeldingen zijn afgedrukt op zogenaamd ‘handgeschept’ papier, net als de pagina’s met tekst.
Ook de delen Fructologia en Dendrologia zijn op deze wijze gemaakt, hoewel het laatste deel geen afbeeldingen bevat. Fructologia bevat dertien gekleurde platen, terwijl er van de verschillende fruitsoorten één, of slechts enkele rassen zijn afgebeeld. In dit boek zijn overigens wel veel meer rassen van de meeste vruchtsoorten beschreven.
Pomologisch standaardwerk voor identificatie
Samenvattend kan men stellen dat de boekwerken van Johann Hermann Knoop, en in het bijzonder het eerste deel Pomologia, voor de moderne pomologie nog steeds van dusdanig groot belang zijn, dat zij onmogelijk zou zijn zonder dit pomologische standaardwerk.
Helaas beoefent tegenwoordig nog slechts een enkeling deze merendeels informele tak van wetenschap.
Knoop: Appels
Klik op illustratie voor grote weergave.
Knoop: Peren
Klik op illustratie voor grote weergave.
Knoop: Appels
Klik op illustratie voor grote weergave.
Knoop: Peren
Klik op illustratie voor grote weergave.
Knoop: Appels
Klik op illustratie voor grote weergave.
Knoop: Peren
Klik op illustratie voor grote weergave.